Antwoorden daarop vindt u bijvoorbeeld op de website van Postbus 51, www.postbus51.nl. In de rubriek ‘veelgestelde vragen’ op die site staat heel
duidelijk welke gevolgen de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet voor patiënten heeft. Ook kunt u veel informatie vinden op de campagnewebsite van VWS: www.denieuwezorgverzekering.nl.
Informatie over het nieuwe zorgstelsel
Nieuwe middelen om zwangerschap te voorkomen
Er zijn verschillende manieren om zwangerschap te voorkomen. We noemen dit voorbehoedmiddelen of anticonceptiemiddelen. In dit bericht beschrijven we enkele nieuwe methoden. Deze hebben als nadeel
dat er nog weinig ervaring mee is opgedaan. Daardoor is er minder bekend over de betrouwbaarheid, de bijwerkingen en de eventuele risico’s voor uw gezondheid (veiligheid), ook op de lange
termijn. Als een voorbehoedmiddel heel betrouwbaar is, is de kans op zwangerschap heel klein. De betrouwbaarheid wordt uitgedrukt in percentages: bijvoorbeeld de kans op zwangerschap is 0,1 procent
(0,1%) per jaar. Dit betekent dat als 1000 vrouwen één jaar lang het bedoelde voorbehoedmiddel gebruiken, er gemiddeld één vrouw zwanger wordt.
Vruchtbaarheid en bevruchting
Bij de vrouw komt ongeveer twee weken voor de menstruatie een eicel vrij uit een van de eierstokken (de eisprong). De eicel kan gedurende een dag na de eisprong bevrucht worden. Na enkele dagen komt
de eicel via de eileider in de baarmoeder. Ondertussen verandert het slijmvlies van de baarmoederholte zodat een bevruchte eicel zich er kan innestelen. Als geen bevruchting heeft plaatsgevonden,
worden de eicel en het baarmoederslijmvlies afgestoten. Dit is de menstruatie.
De man produceert iedere dag nieuwe zaadcellen. Zaadcellen die in de vagina komen, zwemmen via de baarmoedermond naar de baarmoederholte en van daar naar de eileiders. Daar kunnen de zaadcellen twee
tot vier dagen in leven blijven. Als er gedurende die tijd een eicel vrijkomt, kan een van de zaadcellen de eicel bevruchten. De bevruchte eicel nestelt zich in het baarmoederslijmvlies. De
menstruatie blijft uit en de zwangerschap is begonnen.
Aangezien de zaadcellen dus wat langer in leven blijven, kan geslachtsgemeenschap vanaf drie dagen voor tot één dag na de eisprong tot bevruchting leiden.
De nieuwe minipil
De minipil bevat het hormoon progesteron. Dit houdt de eisprong tegen en maakt het slijm van de baarmoedermond minder doorgankelijk voor zaadcellen. Neem de minipil (zonder stopweek) iedere dag op
ongeveer dezelfde tijd in, anders is het niet betrouwbaar. De kans op zwangerschap is 0,5% per jaar. De minipil kan onregelmatig bloedverlies geven.
De vaginale anticonceptiering
De vaginale ring geeft de hormonen oestrogeen en progesteron af die door het slijmvlies van de vagina worden opgenomen. U kunt de ring zelf in de
vagina inbrengen en na drie weken weer verwijderen. Er volgt een ringvrije week waarin u menstrueert. Daarna brengt u een nieuwe ring in. De vaginale ring is minder betrouwbaar dan de pil en bijna zo
betrouwbaar als het koperspiraaltje. De kans op zwangerschap is ongeveer 1,2 % per jaar. Over de veiligheid en bijwerkingen op de lange termijn is nog weinig bekend.
De anticonceptiepleister
De pleister bevat de hormonen oestrogeen en progesteron, die via de huid in het bloed worden opgenomen. Gedurende drie weken plakt u iedere week een
nieuwe pleister op de huid. Daarna volgt een pleistervrije week waarin u menstrueert. Vervolgens gebruikt u weer drie weken elke week een pleister. De kans op zwangerschap is ongeveer 0,9% per jaar.
Over de veiligheid en bijwerkingen op de lange termijn is nog weinig bekend.
Het implantatiestaafje
Het implantatiestaafje wordt onder de huid van de bovenarm ingebracht en geeft progesteron af. Het kan drie jaar blijven zitten, maar veel vrouwen willen
het eerder laten verwijderen omdat ze onregelmatige bloedingen krijgen. Het staafje is betrouwbaar mits het goed wordt ingebracht. Het inbrengen en verwijderen kan soms problemen geven. Over de
veiligheid en bijwerkingen op de lange termijn is nog weinig bekend.
Kijk voor meer informatie op:
NHG-Patiëntenbrieven over
Anticonceptie
Stichting Anticonceptie Nederland
Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap, juni 2004
Inschrijving op naam
Voor u gaat veranderen dat u per 1 januari 2006 niet meer ziekenfonds of particulier verzekerd bent. Hiervoor in de plaats komt er één basisverzekering voor iedereen. Wat ons betreft
heeft dit geen gevolgen voor de huisartsenzorg die wij u blijven leveren.
Voor de huisartspraktijk gaat er administratief veel veranderen. Huisartsen en verzekeraars hebben afgesproken de betalingen zo veel mogelijk elektronisch te laten verlopen. Om dat mogelijk te maken,
moeten wij goed op de hoogte zijn wie er in onze praktijk staat ingeschreven. Daarom is het belangrijk dat we zeker weten of u per 1 januari 2006 nog steeds patiënt in onze praktijk bent.
Graag ontvangen we hierover uw reactie. U kunt ons mailen via het praktijk-e-mailadres.
Hoofdpijn
Er zijn nogal wat Nederlanders die elke dag zware hoofdpijn hebben, juist door de medicijnen die ze ertegen slikken of doordat ze te veel koffie, thee, cola of chocola nuttigen. Dit blijkt uit de
nieuwe richtlijnen voor de behandeling van hoofdpijn van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Hierin staat, dat huisartsen goed op moeten letten op het gebruik van pijnstillers door hun
hoofdpijnpatiënten. De pijnstillers kunnen namelijk ook hoofdpijn veroorzaken. Medicijnafhankelijke hoofdpijn kan al optreden als u langere tijd meer dan drie dagen per week paracetamol
inneemt.
Pijnstillers die aanvankelijk werken tegen hoofdpijn, kunnen u na verloop van tijd zware hoofdpijn bezorgen die elke dag terugkomt.
Het stoppen met de pijnstillers is dan het enige dat helpt. Soms is dit een moeizaam proces.
Beter is het natuurlijk te voorkomen dat de medicijnafhankelijke hoofdpijn ontstaat. Paracetamol, maar ook andere pijnstillers als naproxen, diclofenac en ibuprofen zijn tegenwoordig vrij
verkrijgbaar. Niet iedereen krijgt hoofdpijn van de pijnstillers: alleen een deel van de mensen die al hoofdpijn hebben, zijn er gevoelig voor.
Hoe het komt dat bij deze mensen medicijnafhankelijke hoofdpijn kan ontstaan, is nog niet duidelijk.
Als u meer wil ontdekken over uw hoofdpijn, kan het helpen eens een hoofdpijndagboek bij te houden (zie de NHG-Patiëntenbrief Hoofdpijndagboek).
Lees voor meer informatie over verschillende soorten hoofdpijn de volgende NHG-Patiëntenbrieven:
– Hoofdpijn algemeen
– Gewone hoofdpijn
– Migraine
– Hoofdpijn bij kinderen
– Medicijnafhankelijke hoofdpijn
Of kijk eens op de site van de Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten
Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap, augustus 2004
Patiëntenbelangen
Recent onderzoek door TNS-Nipo laat zien dat een op de drie mensen niet weet wat hun rechten zijn als ze in conflict komen met een zorgverlener.
KiesBeter, het nieuwe gezondheidsportaal van de overheid, biedt informatie over patiëntenrechten en patiëntenorganisaties, maar ook over organisaties die u kunnen adviseren. Via een lijst
met trefwoorden kunt u als patiënt heel eenvoudig informatie krijgen over de betreffende organisaties. Verder vindt u op de site informatie over onder andere diverse relevante wetten,
inzagerecht in dossiers en toestemming voor behandeling.
Kijkt u op www.kiesbeter.nl/patientenbelangen.
Bron: KiesBeter, oktober 2005
Amandelen ‘knippen’: helpt dat?
Het verwijderen van de neus- en keelamandelen bij kinderen die milde klachten hebben helpt niet. Dit blijkt uit een Utrechts onderzoek onder 300 kinderen.
In Nederland worden jaarlijks bij ongeveer 35.000 kinderen de neus- en keelamandelen ‘geknipt’. Dit is een van de meest uitgevoerde operaties bij kinderen. De belangrijkste redenen om de
keelamandelen te verwijderen zijn herhaalde keelontstekingen en moeilijk kunnen slikken. Bij neusamandelen zijn dit verkoudheden, ademhalingsproblemen en snurken. Vaak worden bij de operatie bij
kinderen zowel de keel- als neusamandelen verwijderd.
Artsen zijn het erover eens dat het verwijderen van de amandelen zinvol is bij kinderen die ernstige klachten hebben van keelontstekingen of van moeilijkheden met de ademhaling tijdens de slaap door
vergrote amandelen.
Tot nu toe was nog onbekend of kinderen met milde klachten ook baat hebben bij het verwijderen van de amandelen, dat wil zeggen of zij na de operatie minder klachten hebben.
Om vast te stellen of de operatie helpt, is in 2000 in Utrecht een onderzoek gestart. Driehonderd kinderen die in aanmerking kwamen voor het knippen van de neus- en keelamandelen – vanwege milde
klachten van keelontstekingen, verkoudheden of snurken – werden thuis bezocht. Deze kinderen werden (door loting) verdeeld over twee groepen: de ene groep werd binnen zes weken geopereerd, de andere
groep werd niet geopereerd. De beide groepen werden gedurende twee jaar gevolgd. In die twee jaar hielden de ouders een dagboek bij over de klachten van hun kind en namen zij dagelijks de temperatuur
van hun kind op.
Over de hele periode van twee jaar bleken de beide groepen kinderen nauwelijks te verschillen wat betreft het aantal keelontstekingen en verkoudheden. Ook hadden zij evenveel (of even weinig)
klachten over het slikken en snurken.
De onderzoekers concluderen dat het verwijderen van de neus- en keelamandelen bij kinderen met milde klachten weinig voordeel oplevert in vergelijking met niet opereren.
Bij kinderen met milde klachten wordt een operatie afgeraden. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (de wetenschappelijke vereniging van huisartsen) adviseert alleen een keelamandel-operatie te
overwegen als er meer dan drie maal per jaar een ernstige keelinfectie optreedt. Deze adviezen sluiten aan op dit Utrechtse onderzoek.
Kijk hier voor meer informatie over Amandelen kind (Nederlandse
Vereniging van Keel-, Neus- en Oorheelkunde)
Of lees de NHG-Patiëntenbrief Keelpijn
Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap, oktober 2004
Sites over nieuw zorgstelsel
U vindt bijvoorbeeld informatie op:
• www.zorgplanet.nl: deze site wil zorgverzekeringen transparant en helder maken voor de consument. Zo zijn er voorbeelden waarin u uw eigen premie kunt
berekenen.
• www.denieuwezorgverzekering.nl: is een site van het ministerie van VWS. De rubriek ‘Veelgestelde vragen’, een tijdschema en
een overzicht met de financiële gevolgen maken u wegwijs in de Zorgverzekeringswet 2006.
• www.postbus51.nl: geeft veel informatie over zorg en gezondheid. Voor de verschillende, uiteenlopende onderwerpen zijn aparte brochures
verkrijgbaar.
• www.zorgverzekeringswet.nl: geeft veel informatie over de verschillende soorten verzekeringen, toeslagen en de gevolgen voor onder andere
werkgever, zelfstandigen en studenten en 65-plussers.
• www.zorgkiezer.nl: toont een overzicht van alle premies en polissen. Via een ‘polis test’ kunt u ontdekken welke polis het beste bij u
past. Via vier buttons met: naam van instelling, verzekeraar, behandeling en specialisme, kunt u exact nagaan hoeveel een behandeling bij de betreffende instelling kost en wat de verzekeraar
vergoedt.
• www.kiesbeter.nl: u kunt onder andere het aanbod van uw eigen zorgverzekeraar beoordelen en vergelijken met polissen van andere zorgverzekeraars. Ook
kunt u zorgverzekeraars selecteren op serviceniveau.
Vergoeding geneesmiddelen
Vorig jaar moest u deze middelen zelf betalen. Als u bepaalde zelfzorggeneesmiddelen langdurig gebruikt, kunt u mogelijk voor vergoeding in aanmerking
komen.
Het betreft bijvoorbeeld middelen tegen allergie, sommige laxeermiddelen en kalktabletten.
Lees voor meer informatie de folder Zelfzorggeneesmiddelen & chronisch zieken
van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Hier vindt u ook informatie over andere veranderingen in de zorg: Zorg in
2005.
Of vraag uw apotheker of huisarts om informatie.
Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap, maart 2005
Pneumokokken vaccinaties
Dit heeft minister Hoogervorst aan de Tweede Kamer laten weten. Pneumokokkeninfecties kunnen vooral bij jonge kinderen ernstige gevolgen hebben. De minister verwacht dat door de vaccinatie jaarlijks
78 sterfgevallen en een groot aantal gevallen van ernstige ziekte en blijvende schade voorkomen kunnen worden.
De minister heeft het advies van de Gezondheidsraad van oktober dit jaar overgenomen. Volgens dit advies zal de vaccinatie naar schatting jaarlijks 78 sterfgevallen, 85 gevallen van
hersenvliesontsteking, 308 gevallen van bloedvergiftiging, 1800 gevallen van longontsteking en 52.000 gevallen van middenoorontsteking voorkomen. Ook het vaccinatieschema dat de Gezondheidsraad
voorstelde, neemt de minister over. Baby’s krijgen voortaan vier keer, gelijktijdig met de DKTP-hib-prik, een prik tegen pneumokokken. Dat wil zeggen op de leeftijd van 2, 3, 4 en 11 maanden.
De eerste prikken worden dus twee maanden na 1 april gegeven: vanaf 1 juni.
Voor kinderen die in aanmerking komen voor de hepatitis B-vaccinatie wordt onderzocht of zij een combinatievaccin met DKTP-Hib-HepB kunnen krijgen. Dit om te voorkomen dat deze kinderen drie prikken
tegelijkertijd krijgen.
Kijk voor meer informatie over het Rijksvaccinatieprogramma op www.rvp.nl.
Bron: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, december 2005
Tekenbeet
Ze laten zich vallen op passerende mensen en dieren en bijten zich (pijnloos) vast in de huid. Teken zijn vooral actief van maart tot november. Door het opzuigen van bloed zwelt de teek langzaam
op tot een bruin-zwart bolletje. Na enige dagen laat de teek vanzelf los. Vaak ontstaat op de plaats van de tekenbeet een rood vlekje, zoals bij de meeste insectenbeten. Het vlekje wordt niet groter
dan anderhalve centimeter en verdwijnt binnen twee weken vanzelf.
Adviezen
Sommige teken zijn besmet met bacteriën. Ze kunnen dan ziekten overdragen, zoals de ziekte van Lyme. Als u de teek binnen 24 uur verwijdert, is er weinig kans
dat u wordt besmet. U kunt de kans op tekenbeten verminderen door hoog gras en struiken te vermijden en in de natuur op wandelpaden te blijven. Goed sluitende kleding (met lange mouwen en
broekspijpen) kan enige bescherming geven, maar is op zomerse dagen niet praktisch. Bij kleine kinderen kan een pet bescherming geven tegen teken die op het hoofd vallen. Het is goed om de huid na
verblijf in de natuur aan het einde van de dag zorgvuldig op teken te (laten) controleren.
Hoe verwijdert u een teek?
U kunt het best met een spitse pincet de teek zo dicht mogelijk op uw huid vastpakken, zonder het lijf van de teek samen te knijpen. Verwijder de
teek door met een draaiende beweging aan het pincet te trekken tot de teek loslaat. Als het snuitje van de teek hierbij afbreekt en in de huid achterblijft is dat niet erg. Het resterende stukje
zweert er, net als een splinter, vanzelf weer uit. U mag de teek niet met alcohol, olie, nagellak of andere middelen bewerken of verdoven. Vermoed wordt dat er dan meer kans bestaat op besmetting.
Als het u niet lukt de teek te verwijderen, laat het dan dezelfde dag op de praktijk doen. Ná het verwijderen van de teek kunt u het wondje desinfecteren met alcohol of jodiumtinctuur. Noteer
de datum van de tekenbeet in uw agenda. Medicijnen Na een tekenbeet zijn medicijnen niet nodig. Wanneer contact opnemen? Het is belangrijk dat u contact opneemt als in de weken of maanden na de
tekenbeet:
- een rode vlek op de huid ontstaat die steeds groter wordt (groter dan 5 cm);
- een grieperig gevoel ontstaat met koorts en spierpijn;
- u dubbel gaat zien of een scheef aangezicht krijgt;
- u pijn, krachtverlies of tintelingen in uw ledematen krijgt;
- er gewrichtsklachten ontstaan. U krijgt dan medicijnen (antibiotica) om verdere ontwikkeling van de ziekte van Lyme te voorkomen.
Klik voor meer informatie:
NHG-Patiëntenbrief Tekenbeet
NHG-Patiëntenbrief
Ziekte van Lyme
Stichting SAAG
Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap, april 2005